Lange saaie wegen

Lange saaie wegen

Vandaag zijn we naar Badlands National Park gereden. Een rit waar geen einde aan leek te komen.

We hebben al heel vaak door Amerika gereisd. Veel nationale parken gezien en ons altijd verbaasd over het natuurschoon en natuurgeweld in Noord Amerika. Maar dat is niet overal zo. Sterker, het kan onwaarschijnlijk saai zijn. Zoals vandaag. Wat een eind….We begonnen vanmorgen met een bezoekje aan de Safeways, waar we een koelbox hebben gekocht, drankjes, water, kilo’s ijsblokjes om te koelen, en we waren klaar voor de lange transfer vandaag naar Badlands. De reis begin dus in Denver en vandaar hebben we de grote interstates gemeden en via kleinere wegen zijn we naar het noorden gegaan. Na ca 30min waren we het stedelijke gebied wel uit en begon het erg stil te worden op de weg. Alleen maar landbouw en veeteelt. Vele honderden kilometers lang. Vele tienduizenden vierkante kilometers grond.

Vanuit Colorado reden we Nebraska in, maar dat maakte geen donder uit. Het bleef saai. Hele lange wegen waar je niemand tegenkomt. En alleen maar vlak landschap, soms heel licht glooiend. En alleen maar landbouw, koeien en paarden. Stadjes bestaan uit 2 huizen en een tankstation. En stof.
Nee, als ik ooit in Amerika zou moeten wonen, dan hier toch echt niet.

En dan, zomaar langs de kant van de weg, een attractie! Carhenge. Een bizar iets: allemaal auto’s die half in de grond staan en gezamenlijk Stonehenge voorstellen. Erg gaaf gemaakt. Ook staan er auto’s die een vis voorstellen, of een dinosaurus, etc. Heel leuk gedaan, maar vooral ook een hele leuke afwisseling van de saaie lange autorit. Na een minuut of 20 vertrekken we weer en laten we het landschap van Nebraska aan ons voorbij gaan.

Rond 16:00 een hoogtepuntje: we verlaten het saaie Nebraska en rijden South Dakota in. Overigens gebied te eerlijkheid te vertellen dat het noordelijkste van Nebraska er wel weer wat interessanter uit begon te zien, ineens zien we bomen, rotsen en wat ruiger gebied. De landbouw wordt al een stuk minder.
South Dakota is wat ruiger maar echt heftig wordt het nergens. Nog steeds veel landbouw en veeteelt. Maar het wordt veel heuvelachtiger en hier en daar zien we rotsformaties die lijken op wat we van Badlands verwachten.

Wat wel opvalt is de hoeveelheid indianen. Het is echt indianen gebied en dat merk je. Zo reden we meteen bij na de staatgrens een dorpje binnen dat wel een spookstadje leek. Alles dicht, maar toch veel indianen die op de stoep zaten en lagen. Veel arme mensen. En toen ik een kilometer verderop stopte om te tanken, stond er meteen een meisjes naast me te bedelen. Toch iets wat je niet verwacht en wat je doet realiseren dat er toch echt nog veel armoede is onder deze bevolkingsgroep.

En ineens rijden we bij Wounded Knee. De plek waar op 29 december 1890 de laatste Amerikaanse Indianen Oorlog werd uitgevochten. En waar mannan, vrouwen en kinderen van de Lakota indianen zijn afgeslacht. Zo’n 300  personen zijn er overleden. Natuurlijk willen Amerikanen hier liever niet aan herinnert worden, maar dat doen de indianen wel. Want wat wij van South Dakota gezien hebben, is het vooral veel indianen gebied. Dus bij Wounded Knee zijn grote borden, etc. Maar er is eigenlijk helemaal niks te zien. Niet zo gek eigenlijk, want wat hadden we dan verwacht? Graven? Tentoonstellingen? Nou ja, een paar indianen staan er informatie te geven over wat er gebeurt is.

En eindelijk, rond zes uur, rijden we het Badlands National Park in. Tijdens de zonsondergang, dus da’s mooi voor de foto’s. Het park is rustig, het visitor center gesloten (dus we kunnen geen kaarten enzo halen), dus we besluiten de loop road te nemen richting Wall, het plaatsje waar we willen overnachten. Onderweg genieten we van het prachtige landschap. Overal zijn parkeerplaatsen om uit te stappen en van de uitzichten te genieten. En zo tijdens de zonsondergang is dat helemaal mooi. Dus om de paar honderd meter stoppen. Schiet niet op, maar het is gewoon zo mooi, dat je wel moet stoppen. En niet alleen de rotsformaties zijn geweldig: er is ook genoeg wild. Zo zien we langs de weg en op de rotsen regelmatig ‘longhorn sheep’ en ‘prairie dogs‘.  Vooral die laatste zijn erg grappig.

Na toch nog anderhalf uur rondgereden te hebben door Badlands, komen we in Wall. Een klein stadje met alleen maar hotels voor alle Badlands bezoekers. Wij nemen een huisje bij Frontier Cabins. We dumpen onze spullen in het huisje en gaan meteen een hapje eten. Eenmaal terug plannen we de dag van morgen. Maar we zijn er nog niet helemaal uit. Blijven we hier nog een dag, of vertrekken we morgen weer? Eerst maar eens een nachtje over slapen….