
Uitzicht vanaf het deck. Het lijkt erop als het vandaag slecht weer wordt, maar dat bleek niet zo te zien. Maar dit uitzicht is goed waard!
We checken de weersvoorspellingen regelmatig en vandaag zou wat minder worden. Wellicht de nodige regen zelfs. Nou, niks van dat alles: het was gewoon een hele mooie dag en wat warmer dan de andere dagen (lees: ongeveer 15 graden). Het begon al toen ik vanmorgen vanaf het deck van ons verblijf naar buiten keek: helemaal helder en je kon nu alles zien wat er in de omgeving was. Dacht ik gisterochtend al onder de indruk te zijn, nu bleek dan ik maar de helft gezien had. Als je hier naar buiten kijkt zie je bossen en overal rondom je heen hoge bergketens, waarvan de toppen met meer of minder sneeuw zijn bedekt. Erg fraai!
Zoals altijd was het ontbijt in het bed & breakfast weer erg gezellig en lekker (deze keer wafels met fruit). We maakten kennis met Tom en Pam uit Ohio, echte Amerikanen zoals wij ze als stereotype zouden neerzetten. Bob, onze host, heeft voornamelijk met hen gesproken om ze alles te vertellen wat wij gisteren hoorden: over het wild, de hints en tips, etc. Dus wij hebben ons vooral vermaakt met Doug en zijn vrouw (wiens naam ik nog steeds niet weet. Emily?). We hebben behoorlijk gelachen om alle reisverhalen en de verschillen tussen Canadezen, Hollanders en Amerikanen.
Het nadeel van deze ontbijten is wel dat we steeds best laat op pad gaan. Maar ach, wat maakt het uit, het is gezellig en het is vakantie!

Angel Glacier, Cavell Pond en Cavell Glacier. We zijn niet de enigen die deze korte wandeling maken.
Volgens plan gaan we vandaag maar Mount Edith Cavell. De berg is genaamd naar een Engelse verpleegster die in de eerste wereldoorlog geallieerden heeft helpen ontsnappen uit Brussel. Wij gaan hier echter niet naartoe vanwege dit verhaal, maar vanwege Angel Glacier. We rijden een belangrijk deel dezelfde weg als gisteren: de Icefields Parkway op en dan de oude weg nemen (de 93a) tot we bij de afslag voor Mt Edith Cavell komen. En van daaruit is het 17km omhoogslingeren. Soms behoorlijk steil. Karin maakt het niet echt mee, die heeft vandaag een off-day: ze is moe van alle indrukken en sukkelt langzaam in slaap.
Ik niet. Ik rij lekker door en na een mooie rit door de bergen komen we aan bij een drukke parkeerplaats, waar we nog net een plekje kunnen vinden. Waarschijnlijk is het druk omdat: a) gisteren deze weg was afgesloten ivm de wielrenwedstrijd, en b) dit het laatste vakantieweekend is van de Canadezen en Amerikanen en die gaan er massaal op uit. Maakt verder niet zoveel uit, we trekken gewoon ons eigen plan. En dat plan bestaat uit een wandeling naar Angel Glacier. We hebben hier twee opties: de optie van anderhalf uur, of de lange optie van een uur of 3-4. We besluiten de kortere optie te nemen, omdat we nog meer willen doen vandaag.
Het blijkt een veel kortere wandeling te zijn dan we dachten. Het is 700m heen, maar wel continue steil omhoog lopen. Best nog wel pittig. Maar als we aankomen: wow! Wat een geweldig gezicht. Je ziet hier een aantal zaken:
Angel Glacier, die ietsje hoger op Mt Edit Cavell hangt. En ik zeg ‘hangt’ omdat het er echt zo uit ziet. Het wordt ook wel de ‘hanging glacier’ genoemd. Wat verder naar onderen is een meertje (Cavell Pond) dat vol ligt met ijsblokken van de tweede gletsjer: Cavell Glacier. Je zit hoog in de bergen, ziet overal steile wanden met gletsjers, zo’n meertje met ijsblokken en je vraagt je af of er mensen bestaan die hier niet van onder indruk zijn. Dat kan niet. Onmogelijk.
We blijven hier best een tijdje rondhangen, lunchen wat (de muffins van het ontbijt van gisteren) en leren wat meer over dit plekje. De ijsblokken komen van Cavell Glacier, waar regelmatig ijsblokken afbreken. Niet als wij er zijn (hoewel we het hoorden kraken toen we wegliepen). En in 2012 heeft een een heftig event plaatsgevonden: op de berg ligt nog een derde ijsmassa, die ze de Ghost Glacier noemen, en deze viel voor een groot deel naar beneden. Deze ijsmassa ligt/lag bijna pal boven Cavell Pond. En kennelijk was deze ijsmassa zo groot dat het gezorgd heeft voor een enorme overstroming, de verplaatsing van ijs en rotsblokken en de trail waar wij zojuist over gelopen hebben werd compleet weggevaagd. De kracht van de natuur. En als je daar staat en je ziet de omgeving, dan is het makkelijk om je voor te stellen dat dit een imposante gebeurtenis moet zijn geweest.
Naar beneden gaat een stuk makkelijker, en eenmaal in de auto besluiten we nog even naar het naastgelegen ski-gebied te rijden. Gewoon eens kijken wat daar te doen is. Dus eerst weer 17km naar beneden, 3km richting Jasper rijden en vervolgens 11km omhoog naar het skigebied, Marmot Basin. Dit is het laatste stuk van de etappe van gisteren van de Tour of Alberta, waar Tom Jelte Slagter eerste werd en Bauke Mollema tweede. Hoezo is l’Alpe d’Huez een Nederlandse berg??
Voor ons is het een teleurstelling. Want na 11 km komen we boven maar daar blijkt het ski gebied gewoon dicht te zijn en het enige wat we kunnen doen is weer terug rijden. Pfff….. Nou, dan maar naar de volgende plak: de Valley of the Five Lakes. Dit is een vallei waar een vijftal meren liggen van allemaal verschillende dieptes. Door die verschillen hebben alle meren een andere kleur, en hier loopt een trail langs van een paar kilometer. Maar als we aankomen is er weer een teleurstelling: de parkeerplaats is niet allen vol, maar het is zo enorm druk dat er massa’s mensen langs de weg staan geparkeerd. M.a.w., het is er gigantisch druk. Daar hadden we geen zin in, dus snel weer de plannen aanpassen: we gaan naar Pyramid Lake en Patricia Lake.
Hier blijkt het aanzienlijk minder druk te zijn. Zeg maar uitgestorven. Een verdwaalde enkeling zien we nog wel, maar that’s it. En ik snap ook wel waarom: er zijn geen echte trails om te bewandelen en dit zijn meren waar je naartoe gaat om lekker te zwemmen of te varen. En daar is het simpelweg te koud voor. Patricia Lake is een klein meertje, Pyramid Lake (genoemd naar Pyramid Mountain die opdoemt achter het meer) is veel groter en dit is het enige meer waar je gemotoriseerd op mag. Beide meren zijn overigens wel meer erg mooi. Vooral Pyramid Lake is weer zo’n adembenemend meer waar we er al veel van hebben gezien. Maar we hebben al zoveel van dit soort indrukwekkende meren gezien, dat we er al niet meer erg enthousiast van worden. Best triest eigenlijk…
Nadat we een eindje gewandeld hebben op een van de weinig pekken waar je een stukje kon wandelen, besluiten we naar Jasper te gaan en het stadje te gaan bekijken. Nou, daar ben je eigenlijk best snel mee klaar. Het is een soort Banff, maar dan veel kleiner en leuker. Maar ook hier hetzelfde verhaal: restaurants en winkeltjes gericht op toeristen. Is niet erg, want het weer begint wat lekkerder te worden, dus een stukje door het dorpje lopen is best leuk.
Uiteindelijk gaan we op tijd eten omdat we op tijd op bed willen liggen. Dus na een heerlijke maaltijd bij Evil Dave’s houden we het voor gezien. We rijden naar ‘huis’ en stoppen al niet eens meer voor de bergschapen en berggeiten die we onderweg tegenkomen. Vanavond eerst maar eens besluiten waar we morgen naartoe gaan: Whistler (het oorspronkelijke plan), Kamloops of Vancouver.
- Whistler (8.5 uur rijden), omdat het een leuk stadje is en we hiervandaan makkelijk bij de ferry naar Vancouver Island kunnen komen. Maar het weer is hier wat minder geworden en we hebben nog 3 nachten te gaan voor we naar ons huisje op Vancouver Island gaan. Dus is Whistler dan wel de plek waar we willen zijn?
- Kamloops (4.5 uur rijden), omdat het hier lekker warm is en we naar 1-2 wijngaarden kunnen gaan om wijnen te gaan proeven en verder in de zon te liggen. Ook niks mis mee. Van de andere kant, het is hier vandaan nog erg ver naar Vancouver Island.
- Vancouver (8.5 uur rijden), omdat het een leuke stad is, we nog wat kunnen shoppen en er genoeg te doen/zien is. En ook hier vandaan kun je makkelijk naar Vancouver Island komen. Maar willen we wel 3 nachten in een stad zitten?
Het zal wel een mix van bovenstaande worden. We zien het wel morgen. Da’s nou het leuke van rondreizen zonder vantevoren alles vast te leggen!