De rook is minder! Dat is het eerste wat opvalt als ik het gordijn open doe vanmorgen. Mooi, dan kunnen we eindelijk van het zicht genieten. Na het ontbijt regelen we onze lunch en gaan we op pad naar de hike van vandaag: de Ptarmigan/ Iceberg trail. In totaal zo’n 15km. We beginnen op zo’n 1600m hoogte en het eindpunt is op ca 2000m. We starten meteen stevig: het hoogteverschil is vooral in het begin, met veel stevige steile stukken. Daarna is het tot het eindpunt continu geleidelijk aan omhoog lopen. Het is een route die in het bos begint en vervolgens steeds rond de boomgrens loopt. Dan weer loop je in het bos, dan over een bergpaadje, dan weer door een weide. Maar wel steeds omhoog. Deze trail staat bekend om de grote hoeveelheid beren die hier worden gezien. Een ranger heeft ons verteld dat dit eigenlijk het enige stuk is waar beren-spray (een soort pepperspray) geen slecht idee is om bij je te hebben. Maar ja, wij zijn Hollanders, dus die 40 euro hebben we niet uitgegeven. Achteraf terecht want we hebben geen beren gezien tijdens onze hike.
Iets over de helft komen we aan bij de Ptarmigan waterval. DIt is een mooie plek om even uit te rusten en een banaantje te eten: even wat energie tanken, want dat continue stijgen valt niet mee. Na een minuutje of 10 gaan we verder. Inmiddels is het heel erg stevig gaan waaien, soms wel lekker voor de afkoeling, maar soms lijkt het of je in een zandstorm loopt. En intussen blijft de weg maar omhoog gaan.
Tijdens de toch vallen we van de ene vergezicht verrassing in de andere: veel minder rook en daarom zien we de grootsheid van deze bergketen. Erg indrukwekkend!
Wat wel vervelend begint te worden, is mijn hielspoor. Ik had er al stevig last van, maar met de op maat gemaakt zooltjes gaat het best goed. Maar zo’n lange hike in bergachtig gebied helpt bepaald niet: ik krijg steeds meer pijn aan mijn voeten. Stoppen is echter geen optie, ik heb niet een paar uur gelopen om uiteindelijk het eindpunt niet te zien. Dus gaan we gewoon door.
En na zo’n 2.5 uur komen we aan bij de eindbestemming: Iceberg Lake. Dit is zo’n gevalletje van wow! We draaien om een stukje bos heen en ineens zien we het meer liggen: omsloten door 3 verticale wanden, waar overal nog stukjes gletsjer op liggen, is daar ineens het meer in een fantastische blauwe kleur. En er drijven ijsbergjes in het water. 5 minuten voor we aankwamen hoorden we een enorm gebulder: dat bleek een groot stuk ijs te zijn dat afbrak en in het meer viel. Hebben we net gemist. Maar dat maakt het niet minder mooi. Dit uitzicht is de tocht meer dan waard. We lopen rustig naar beneden en gaan op een rotsblok aan de rand van het water zitten. Moe maar voldaan, zoals dat heet. We laten de indrukken op ons inwerken en besluiten hier onze lunch te nuttigen. Een mooier plekje kunnen we ons niet voorstellen.
Wel even oppassen dat de eekhoorns het eten niet uit je handen trekken.
Na een half uurtje genieten van het meer, de steile wanden, het ijs en de rust, beginnen we aan de terugweg. Een hel. Dik twee uur lopen met een vreselijke pijn aan mijn voeten. Maar ja, er is geen keuze: je moet door. En de weg terug zien we alle bergen vanaf de andere kant, dus dat uitzicht maakt veel goed. Bij de waterval aangekomen pakken we een snackje, en uiteindelijk beginnen we aan het laatste stuk. Het wordt steeds zwaarder maar natuurlijk halen we het. Het laatste hele steile stuk is nog wel even lastig, maar dan zijn we er. 4.5-5 uur gelopen. Niet slecht en het was het waard.
Overigens, we hebben dus geen beren gezien onderweg, maar wel eekhoorns (heul veul), een slang en wat herten. Dus naast het uitzicht ook nog wat wild.
Eenmaal bij de auto snel de schoenen uit en de voeten laten rusten. Het is inmiddels 15:30, en de rest van de dag kan ik nauwelijks meer lopen van de pijn. Maar het was het waard.
Nadat we een beetje zijn uitgerust gaan we naar de volgende stop: Waterton Lake. Dit ligt ook nog in Glacier National Park, maar we moeten hiervoor wel naar Canada. De reis is niet zo heel erg lang, maar bij de douane staan we wel erg lang stil. Ongeveer een half uurtje. Maar dat geeft niet, we hebben geen haast. En de wegen zijn verder nagenoeg uitgestorven.
Eenmaal in Canada is het wel weer even wennen. Hier hebben we het weer over celcius, en over kilometers. Dat laatste is even wennen als het gaat om de snelheden op de weg. Wat ook wennen is, zijn de koeien die af en toe ineens op de weg staan. Omdat onze auto een klap met een koe vast niet overleefd, toch maar even rustig aan doen.
Rond een uur of 5 komen we bij onze bestemming. Het blijkt een heel leuk dorpje te zijn met een piepklein maar levendig centrum. En vol met hotels die allemaal vol blijken te zijn. Daar waren we al bang voor, omdat we gisteren al hadden gezien (online) dat alles volzat. Maar goed, bij het visitor center kreeg ik een lijst van hotels, dus vanuit de auto allemaal gebeld. In de hoop dat er een kamer vrij was, of dat iemand zijn reservering had gecancelled. Helaas… Dan maar gaan bellen met de bed & breakfast gelegenheden, die allemaal een minuut of 25 buiten Waterton Lake liggen. Bij de tweede is het raak: een kamer vrij! We nemen deze maar, anders hadden we 50 km moeten rijden naar het eerstvolgende stadje met hotels (waar overigens wel plaats was). Janet, de eigenaresse van de Corner Mountain Inn, verteld dat ze wel eerst naar de kerk moet en dat ze pas rond 20:15 terug is. Prima, dan gaan wij wel eerst eten. Liever hadden we eerst even gedoucht na onze hike, maar het is maar even zoals het is. En zo rollen we rond 20:15 het terrein op (onderweg nog wel een zwarte beer gezien, langs de kant van de weg!). Het is nog verlaten, Janet is er nog niet. Maar de deur is open had ze gezegd. En dat klopt. We hebben binnen 5 minuten gewacht en toen kwam Janet. Een vriendelijke vrouw die ons naar de kamer wijst en ons uitnodigt om wat te drinken als we ons hebben opgefrist. En die douche was heerlijk!
En zo hebben we gezellig een kop thee gedronken met de andere gasten, een gezin uit Calgary. De vader (John) was stomtoevallig in Zwolle geboren en woonde al 48 jaar in Canada. We hebben de nodige tips ontvangen die we de rest van de reis wellicht goed kunnen gebruiken, maar dan is het echt op. Tijd om naar bed te gaan…
Morgen een rustige dag waarin we vooral wat rondrijden, en richting Banff gaan rijden.