Vandaag een dag in de natuur. We zijn iets trager als anders, maar rond 11 uur hebben we de plek bereikt waar we een hike gaan maken van zo’n 6 à 7 kilometer. Het is een feitelijk een hele grote cirkel die we gaan lopen rondom Taggert Lake, een meertje ten zuiden van Jenny Lake. Het gebied staat erom bekend dat er beren zitten, dus een beetje gespannen zijn we wel. Want als er wat gebeurt zijn we heel ver weg van de bewoonde wereld en er zijn ook niet heel veel andere hikers. Maar we gaan op pad. Het blijkt een route te zijn waar we behoorlijk wat omhoog lopen, maar uiteindelijk komen we, op eenderde van de tocht, bij Taggart Lake aan. En dat is een beste beloning. Want dit is zo’n meer waar je niet zomaar komt, je moet er een paar kilometer voor lopen en je bevind je midden in de natuur, met op de achtergrond die enorme bergen van de Tetons. We rusten wat uit en genieten van de rust en het uitzicht. Maar we moeten uiteindelijk weer verder. De tocht gaat soms door open veld, soms door het bos. En steeds zijn we op onze hoede of er een beer is. Maar na 2 uur lopen komen we zonder incidenten terug op het startpunt. Gelukkig. Maar ook wel jammer, want het is natuurlijk wel erg gaaf om weer eens beer in het wild te zien. De vorige keren hebben we die beesten in Canada en Yosemite gezien.
Na de lunch bezoeken we Mormon Row, een stukje land waar eind 19e eeuw/begin van de vorige eeuw Mormonen woonden. En die hebben hele fotogenieke, vervallen, gebouwen achter gelaten. Je ziet vaak hele mooie foto’s van de Tetons, met die gebouwen op de voorgrond. Dus dat willen we zien en we willen natuurlijk kijken of we ook een mooie foto kunnen maken.
Op de weg terug naar onze cabin zien we onderweg ineens een coyote lopen! Iedereen is foto’s aan het maken van de bizons en de pronghorns, maar ze missen allemaal dat roofdier. Ik had geen fotocamera bij de hand, maar Karin heeft hem heel mooi op de video. Gaaf!
Na een korte opfrisbeurt gaan we op pad voor onze ‘float’ trip. Met een raft zo’n 10 mijl op de Snake River varen. Geen whitewater raften, maar gewoon genieten van de namiddag/vroege avond. En het zoeken van dieren. Het is een superleuke tocht en we zien vanalles. Als eerst zien we een bald eagle. Voor ons heel bijzonder, maar gedurende deze toch zien we er diverse, zodat we op een gegeven moment niet meer opkijken van die vogels. Toch gek, hoe snel je aan dat wild went. Vervolgens zien we echt gave beesten: bevers. Die zitten er vrij veel en we zien er uiteindelijk een stuk of 4. Zwemmend, takken trekkend, lekker dobberend. We hadden ze nog nooit in het wild gezien, dus om ze op een paar meter afstand te zien is erg leuk.
Vervolgens zien we een otter op een dikke tak liggen, en achter die tak zitten er nog een paar. Volgens onze gids, Reed Thornock, is dat heel bijzonder. Ze zien ze bijna nooit. Da’s mooi voor ons. En we sluiten de twee uur durende trip af met elanden (moose, in het Amerikaans). Er staan er twee langs het water en soms tussen de struiken. Hebben we ze eindelijk gezien, maar nog niet van dichtbij en ook niet heel erg goed. Maar dat mag de pret niet drukken, want dit was een hele leuke tocht.
Reed maakt ons nog wel lekker met verhalen van de tochten die ze in de winter maken. Met sneeuwscooters naar Yellowstone en Grand Teton. Lijkt ons ook wel wat, dus dat gaan we maar eens uitzoeken als we weer thuis zijn. Maar zover is het nog niet.
Morgen gaan we een serieuze hike doen: een toch van zo’n 4-6 uur op/rond de berg Grand Teton. Benieuwd hoe dat is!