Vanmorgen vroeg opgestaan omdat er veel op het programma stond. En we moeten rekening houden met het Schots-Iers festival dat er in Estes Park is. Al heel vroeg begint er een optocht en staat dat hele stadje stil. Dus vroeg uit de veren. Snel ontbijten, waar de eerste irritatie van de dag ontstaat: we willen in het hele kleine ontbijtzaaltje naast het raam zitten, maar de vrouw die het allemaal regelt raakt helemaal in de stress. Dat kan niet, want daar mogen alleen groepen van minimaal 3 personen zitten!? Ok, laat maar gaan. We vermaken ons wel met de andere gasten, waarvan de helft in kilt en vage Schots/Ierse damesklederdracht rondloopt. Beetje vaag allemaal…
Maar dan zijn we weg. Eerste stop: het Stanley Hotel. Het is een landmark hotel, is een historisch hotel (hoort ook tot de ‘Historic Hotels of America’) en gewoon een mooi hotel. Maar het is vooral beroemd om twee redenen: het spookt er en The Shining is gebaseerd op dit hotel. Met name dat laatste heeft dit hotel geen windeieren gelegd. We rijden het terrein op voor irritatie nummer 2: je moet $5 betalen om het hotel te bekijken (van dichtbij). Wat een geldklopperij, maar goed, we willen graag even kijken. Eenmaal binnen herkennen we diverse ‘sets’ uit de film. We lopen wat rond en de spookverhalen en het feit dat The Shining op dit hotel is gebaseerd wat tot het uiterste uitgemolken. Je kunt bv voor $20 een tour krijgen door het hotel. Dat vinden we net even iets teveel. Na wat foto’s nemen we afscheid van dit mooie statige hotel en gaan op pad naar het Rocky Mountains National Park.
We zijn een beetje bang dat na Yellowstone en Grand Teton dit park wat gaat tegenvallen. En dat blijkt te kloppen. Maar eigenlijk om andere redenen. Het park zelf is weer een geweldig mooi park. De bergen, de natuur, het is allemaal heel overweldigend. Maar het is net een pretpark. Overal zijn wegen, groepjes mensen gaan te paard een tour maken, ‘wilde’ dieren lijken gewoon neergezet om te bekijken, enz. En het is vreselijk druk. Dat alles maakt dat wij niet zo enthousiast zijn over dit park. Maar we hebben wel mooie dingen gezien. Zo zijn we over de Old Fall River Road naar boven gereden. Dit is de eerste weg die in het park in de jaren ’20 is aangelegd. 18 kilometer lang over een onverharde weg. Soms akelig dicht langs de rand. Maar fantastische uitzichten en een superleuke rit. EN je eindigd uiteindelijk op 3600m (!) hoogte.
Vervolgens hebben we verharde routes door het park gereden. Waarbij we ook weer zwaar onder de indruk zijn van de natuur. We komen zelfs tot 3800m hoogte. Maar nooit hebben we het gevoel “wow, geweldig, hier willen we langer blijven’. Zo hebben we ook een soort van regel dat we in ieder park een hike maken. Maar hier hebben we er gewoon geen zin in. Te druk, niet bijzonder, enz. Tja, we zijn gewoon verwend geraakt.
Uiteindelijk besluiten we het park te verlaten en terug te gaan naar het Stanley Hotel, om daar te lunchen. Na de lunch besluiten we de Peak-to-Peak highway te rijden. Dat schijnt een heel erg mooie rit te zijn, en gaat ook richting Denver, waar we vanavond aan moeten komen. Maar ook omdat we onderweg door Nederland komen. Tja, dat kunnen we natuurlijk niet missen. Nederland blijkt een klein hippiedorpje te zijn. Erg relaxed allemaal. We drinken een koffie en eten een ijsje en besluiten de rit voort te zetten richting Denver.
Dan merken we al snel dat de natuur, het wild, de rust en alle mooie dingen ineens heel ver weg zijn. In plaats daarvan rijden we over drukke wegen en eindigen we in een grote stad (hoewel Denver helemaal niet zo groot blijkt te zijn). We hebben geweldig genoten van alle overweldigende natuur en zijn eigenlijk nog niet klaar voor het tweede deel van onze reis. Maar daar staat tegenover dat we weer heel wat hebben om naar uit te kijken, want grote delen van onze reis gaan we absoluut nog een keer doen!
Leuk om jullie verslag te lezen! Geniet ervan en veel plezier nog. Xxx