Going to the Sun  Road

Going to the Sun Road

Vandaag gaan we Glacier National Park bezoeken. Een van de mooiste parken van de Verenigde Staten, zegt men. We zijn dus heel benieuwd. Eerst even ontbijt in ons hotel. Is in de lobby: jus, koffie, wat toast en yoghurt. Niet veel, maar genoeg. Vervolgens gaan we onze lunch scoren in de supermarkt en even nieuwe ijsblokjes halen. En dan zijn we er klaar voor! We zitten in Columbia Falls, zo’n 14 mijl verwijderd van de ingang van het park. Dus het duurt niet erg lang voor we er zijn.
Wat wel meteen opvalt, is dat de rook veel erger is geworden, het begint nu ook op de weg wat mistiger te worden. Dat gaat betekenen dat de fantastische vergezichten, waar Glacier om bekend staat, voor ons verborgen gaan blijven. Da’s wel balen, maar we zijn toch heel erg benieuwd. Overigens, na een uurtje is de rook op de weg verdwenen, alleen de bergen blijven in dikke nevelen gehuld. Maar daarover zometeen meer.

We gaan het park in aan de westkant, bij West Glacier. We stoppen even bij het visitor center om wat informatie op te halen en te vragen welke ‘hikes’ we het beste kunnen doen. We zoeken iets dat een uur of twee lopen is, en niet teveel hoogteverschil: het is de eerste tocht van de vakantie, dus liever wat rustiger beginnen. Ons wordt de trail naar de Hidden Lake Overlook aangeraden, bovenop Logan Pass. Nou, dan gaan we die straks maar doen.

Vergezichten gaan op in rook

Vergezichten gaan op in rook

En dan beginnen we aan de Going to the Sun Road. Dit is een beroemde weg. Sommigen zeggen de allermooiste weg van Amerika, anderen hebben het over één van de mooiste. Met andere woorden: hij zal vast niet tegenvallen. En Karin kijkt er helemaal naar uit, omdat een deel van de weg (voor ons het laatste deel), bekend is van de rit die Jack Torrance (Jack Nicholson) naar het Overlook Hotel brengt, in The Shining. Dat hotel bestaat wel, maar niet hier. De rit is echter wel hier opgenomen. Dus voor Karin, als grote Stephen King fan, een extra reden om naar deze rit uit te kijken.

Het begint rustig, langs Lake McDonald. We rijden op ons gemak door de bossen, richting Logan Pass. En steeds moeten we stoppen omdat a) we veel langzamer rijden dan de andere auto’s en b) de uitzichten erg fraai zijn. Helaas, zoals gezegd, wel in de rook, dus we missen veel. Maar desondanks nog steeds erg indrukwekkend.
De weg gaat geleidelijk omhoog, en als we bij The Loop komen, moeten we echt even stoppen. Dit is het punt waar de weg ineens serieus de hoogte in gaat en waar we de bomen geleidelijk achter ons laten. Het is ook een plek met een geweldig uitzicht, evenals een plek waar we kunnen zien hoe de grote bosbranden van 2003 hebben huisgehouden. Het hoort bij de natuur, het groeit al weer aan, maar het ziet er (zeker in het dunne laagje rook) ook heel onheilspellend uit.

Hidden Lake. Bijna echt verstopt

Hidden Lake. Bijna echt verstopt

Na een korte stop rijden we door. Nu over een smalle weg, vlak langs de rand. En hele steile wanden naar beneden… Uiteindelijk komen we aan op het hoogste punt: Logan Pass. Dit ligt op 2026 meter. Hier zoeken we een plekje op de drukke parkeerplaats en wisselen we onze schoenen: de bergschoenen gaan aan voor de eerste tocht.

Ruig en rauw

Logan Pass: Ruig en rauw

Het is een niet zo lange tocht van 5 km naar de Hidden Lake Overlook. Het is een relatief makkelijke tocht, waar het venijn in de hele steile traptreden zit, in het begin van de trail.  En dan is een tochtje op 2km hoogte best wel even wennen. Onderweg lopen we steeds richting Mount Clement, die als een enorme puist voor ons opdoemt. En we zien de eerste grizzly beer! Ok, op een paar honderd meter afstand, maar we tellen hem mee. Na een uur of anderhalf komen we aan bij de ‘overlook’ een uitkijkpunt over een gletsjer meer, en uiteraard weer enorme vergezichten o.a. op diverse (kleinere) gletsjers. Bij de overlook zoeken we een rustig plekje uit en genieten we van onze lunch. Da’s toch effe wat anders dan een broodje in een restaurant!

Nieuwsgierige bergmarmot

Nieuwsgierige bergmarmot

De weg terug is (uiteraard) een stuk makkelijker. Onderweg maken we foto’s van de mooie plekken, maar ook van de diverse beesten die we zien: berggeiten, marmotten en grond eekhoorns. We mogen dan hoog zitten, er is genoeg leven hier!
Na zo’n twee-en-een-half uur zijn we terug bij de auto en rijden we het tweede deel van de Going to the Sun Road. Het lijkt veel op het eerste deel, alleen mogen we hier nergens stoppen: er zijn hier bosbranden (die we overigens niet zien), en uit voorzorg mogen auto’s een deel van de route niet stoppen. We rijden door het (grote) verbrande gebied en dat is toch wel indrukwekkend: alles is zwart geblakerd, je ruikt het en het ziet er heel spookachtig uit. Zoals al eerder gezegd: bosbranden horen bij de parken en zorgen ervoor dat de natuur gezond blijft. Maar het ziet er triest uit.

Het resultaat van bosbranden

Het verwoestende effect van bosbranden

En zo rijden we uiteindelijk Glacier uit. Maar niet voor lang, want de volgende stop is Many Glacier. Dat is het gebied waar we een hotel willen zoeken en morgen willen gaan lopen. Dit gebied staat bekend om de grote hoeveelheden beren (zwarte en grizzlies), en de trail die wij willen lopen staat bekend om de vele ‘sightings’ van beren. Maar da’s morgen.

We gaan naar een van de 2 hotels in het park, het historische Many Glacier Hotel. Het is een grote lodge uit het begin van het park. Hier vinden we een kamer, zodat we vandaag redelijk vroeg kunnen gaan uitrusten. Ik had in de loop van de middag vrij veel last van mijn hielspoor, dus ik hoop dat we morgen de tocht kunnen doen die we voor ogen hebben het is een tocht van 15km (5 1/2 uur), dus dan kan ik niet teveel last hebben van die rotpijn.

Terugkijkend op vandaag: Glacier is een fantastisch park. De vergezichten zijn erg indrukwekkend en de Going to the Sun Road is inderdaad een ‘must-do’. Maar de alomaanwezige rook van de bosbranden in Washington State gooien wel behoorlijk veel roet in het eten. Erg jammer. Maar het heeft de dag er niet veel minder om gemaakt.

En terwijl ik dit intik is het al een tijdje heel erg heftig aan het waaien buiten en vanuit onze kamer (met uitzicht over een meer) zien we dat het langzaam opklaart: misschien is er morgen veel minder rook. We zien wel. Voor onze tocht is het gelukkig niet belangrijk.