Vandaag nemen we afscheid van Yellowstone. Het is een fantastische omgeving, waar we zeker nog een keer naartoe terugkomen. Maar we hebben gelukkig nog erg veel om naar uit te kijken. Zoals het Grand Teton National Park. Dit park ligt een paar mijl ten zuiden van Yellowstone. Op weg naar de Tetons, zoals het ook wel genoemd wordt, zien we natuurlijk het nodige wil. Wapiti’s, herten, bizons. Alsof ze nog even afscheid komen nemen.
De rit zelf is zoals altijd de moeite waard. Je blijft je verbazen over het natuurschoon hier. En als we Grand Teton inrijden is er eigenlijk weinig anders. Ziet er hetzelfde uit, voelt hetzelfde aan. Later op de dag merken we dat dit niet helemaal waar is.
Als we nog geen 5 minuten in het park zijn is er een voor ons bekend fenomeen: een opstopping. Dat betekent per definitie: er is wild te zien. Wat blijkt? Een zwarte beer met twee kleintjes loopt langs de weg het bos in. We zijn net 30 seconden te laat en zien ze helaas niet. Nou ja, komt nog wel. Hopen we….
Rond 12 uur rijden we al Colter Bay Village in, veel eerder dan we dachten. We hebben hier een eigen cabin, een houten huisje. Erg leuk en heel sfeervol. We dumpen onze spullen en rijden naar het visitor center om ons te laten informeren over de interessantste dingen die we zouden moeten zien/doen. En we besluiten een tweetal hikes te maken de komende dagen, een korte (anderhalf uur) en een lange (3-6 uur, hoe lang we het volhouden). We gaan ook een ‘float’ doen: op een raft in de avondschemering de Snake River afzakken om wild te spotten. Maar vandaag doen we niets meer. We lunchen een hapje en kijken bij het ‘strand’. Colter Bay ligt namelijk direct aan Jackson Lake, een enorm meer waar het park bijna omheen is gelegd. Vanaf dit strandje hebben we een ongelofelijk indrukwekkend beeld van de reden waarom de Tetons zo interessant zijn: we zien de enorme bergketen aan de overkant van het meer. Met bergen als Mount Moran (3800m) en Grand Teton (4200m). Het is echt een immens gezicht.
De rest van de dag bekijken we het park, wat op zich niet zo groot is als Yellowstone. We rijden de loop rondom het park en stoppen af en toe om steeds maar fraaiere uitzichten te krijgen op die gigantische bergen. En bij Jenny Lake informeren we naar een pondje. Jenny Lake is een klein meer, maar wel heel populair. Aan de overkant beginnen een paar heel populaire hikes. En daar kom je door met een bootje naar de overkant te gaan. Dat gaan we overmorgen doen.
We gaan verder met onze rit en besluiten Grand Teton te verlaten en naar Jackson te rijden. Dat is de dichtstbijzijnde stad en een populaire plek voor toeristen die niet in het park willen overnachten. Tja, Jackson ziet er erg leuk en gezellig uit, maar het is vreselijk druk, dus we rijden maar direct terug (onder het genot van een ijsje, dat wel).
Op de terugweg krijgen we een goed beeld van het park: het is heel erg vlak, met een rivier (de Snake River) die er doorheen loopt. En aan alle kanten zijn er bergen, maar de bergketen aan de andere kant van Jackson Lake slaat wel alles. Feit is wel dat ik de hele rit bijna geobsedeerd kijk naar die bergreuzen. Het is bijna niet echt, zo steken ze af bij de rest van de omgeving. Onderweg stoppen we bij de Triangle X Dude Ranch. Een dude ranch is een ranch waar gastenverblijven zijn. Vaak kun je meehelpen, nog vaker is het een plek waar je vooral veel kunt paardrijden. Wij gaan hier echter naartoe om onze raft trip te boeken. Die gaan we morgen doen.
Het laatste stukje naar huis worden we nog even verwend met: een kudde bizons (gaap….), pronghorns, herten, wapiti’s. Ja, ook hier is wild zat.
We sluiten de avond of in het restaurant, waar we nog twee mensen even naar hun camper brengen. Ze waren op de fiets naar het restaurant gekomen, maar er is een enorme onweersbui losgebarsten. Of we ze even bij hun camper willen afzetten. Tuurlijk doen wij dat.
En zo eindigt een rustige dag. Morgen hiken en raften.