Opgewekt opgestaan en ontbeten. Vandaag gaan we een stukje van Bali verkennen. Stipt om 08:30 melden we ons bij de receptie, waar onze chauffeur al staat te wachten. Samen met hem overleggen we grofweg de route die we gaan rijden en de plaatsen die we willen zien. En dan vertrekken we, met als eerste bestemming Penulisan. We rijden eerst een stukje west en verlaten dan de kustweg richting het zuiden, richting Kintamani. Hierheen je waanzinnige uitzichten over de berg Gunung Batur. Onderweg krijgen we van onze chauffeur les in kruiden. Steeds als hij iets ziet groeien wijst hij het aan, soms stopt hij even. Erg interessant en eerlijk gezegd, ik had nog nooit koffie-, kiwi-, cacoa-, papaja-, kruidnagel-, enz bomen gezien. Hier groeit het allemaal. Langs de weg zie je ook heel veel zaden en bonen, die liggen te drogen.
Uiteindelijk komen we aan in Penulisan, waar we de Pura Puncak Penulisan tempel gaan bekijken. Dit is de hoogst gelegen tempel van Bali, op 1745m. En voor de eerste keer vandaag moet ik een sarong aan om mijn knieën te bedekken. Na wat water over onze hoofden en bloemetjes achter onze oren mogen we de tempel in. En dat betekende heel wat klimwerk, maar dat was zeker de moeite waard.
De trip ging vervolgens verder naar Penolokan, waarvandaan je een fantastisch uitzicht hebt op de vulkaan Gunung Batur, de uitgebreide lava velden en het meer onderaan de vulkaan. En op weg daarnaartoe rij je eigenlijk over een berg heen met uitzicht over de 3 grote bergen Gunung Batur, Gunung Abang en Gunung Agung. Best indrukwekkend!
Na al dit berg geweld trekken we verder richting Ubud, de populaire plaats waar veel kunst- en eco-toerisme schijnt te zijn. Richting Ubud komen we eerst langs een soort van kruiden en fruit tuin. Hier stoppen we en gaat de les in kruiden en fruit vrolijk verder. Maar erg leuk. Alles wat wij graag in de keuken gebruiken, maar ook al het lekker fruit groeit hier en kun je gewoon plukken als je wil. Passievrucht, zo van de boom in je mond. Groene pepers, kaneel, komijn, vanille, noem maar op. Alles is er, maar ook thee, koffie en cacao. En die laatste kunnen we in een kleine proeverij proberen: Balinese koffie, koffie met ginseng, cacoa, cacao met gember, lemon thee, gember thee. Vooral de 100% pure cacoa en de ginseng koffie vallen in de smaak. Uiteindelijk kopen we in het winkeltje wat saffraan, vanille, kaneel, cacao en ginseng koffie voor teveel geld. Maar hee, het moet ergens van betaald worden, want er was geen entree geld.
Volgende stop op weg naar Ubud is de Elephant Cave, ofwel: Goa Gajah. De volgende tempel. Hier is een een klein grotje met wat beelden in een redelijk groot tempel complex. En nee, er zijn geen olifanten en die zijn er ook nooit geweest op Bali. Waarschijnlijk komt de naam van de beelden die naast de grot ingang zijn te vinden: ze lijken op olifanten.
En dan is het tijd voor lunch. Hoewel onze chauffeur zei dat het om traditioneel Balinees eten ging, kwamen we in een restaurant vol toeristen uit. Wel met uitzicht over rijstvelden, maar niks speciaals. Snel een broodje gegeten en maar weer snel weg. We zijn inmiddels al in Ubud maar we rijden door naar het centrum om daar wat rond te lopen en de lokale markt te bezoeken. Dit rit door Ubud maakt duidelijk dat we een hele goeie keuze hebben gemaakt door niet in Ubud te gaan zitten voor 4 dagen (was oorspronkelijk het plan): alleen maar bars, restaurants, toeristenwinkeltjes, hotels, spa’s, eco-resorts, enzovoorts. Bepaald niet ons ding. Maar goed, we hebben rondgewandeld en uiteindelijk de lokale markt bezocht. Hier was de saffraan iets van 5x goedkoper dan wat ik eerder had betaald, maar goed, ik heb in de kruidentuin het geheel gesponsord, zullen we maar zeggen.
Ik heb wel een aankoop gedaan: twee extreem dure horloges gekocht, een Rolex en een Breitling… Tja, geld moet rollen. Maar niet teveel, dus na een lange onderhandeling (incl weglopen en alles) uiteindelijk 20% van de vraagprijs betaald. Maar ja, blijft veel geld hè, zo’n Rolex en een Breitling….
Inmiddels begonnen we al behoorlijk uit de tijd te lopen en we hadden de rijstvelden nog niet gezien. Dus met gezwinde spoed op naar de volgende stop. Ubud staat bekend om kunst. Schilderijen, houtsnijwerk, noem maar op. Er zijn dus duizenden winkeltjes waar je dit kunt kopen. En tientallen kunstgalerijen. En dat is waarschijnlijk ook de reden dat er in Ubud zoveel treehuggers rondhangen….
De weg naar de rijstvelden van Tegallalang hebben we inderdaad duizenden (ok, iets minder, maar wel heel erg veel) galerijen en houtsnijwerk winkeltjes gezien. De rijstvelden zelf waren erg fraai! We hebben er een tijdje rondgelopen en rondgeklommen omdat het zo mooi was. Er waren ook nog wat mannen aan het werk en die hebben het ook geleerd: foto? dan wel eerst betalen. Nou ja, vooruit dan maar.
En daarmee waren we aan het eind van het programma. Nu nog twee en een half uur terug rijden. Ook nu weer een mooie rit, maar omdat we wat laat waren ging het schemeren en zaten wij nog in de bossen ergens op een berg. En werd de weg steeds slechter. Je zou er bijna een Indian Jones gevoel aan over houden. Maar uiteindelijk zijn we weer in ons hotel aangekomen. En de douche was heerlijk, want we hebben wat afgezweet vandaag. Daarnaast was er ook goed nieuws: we kunnen donderdag mee naar Nusa Penida! En morgenochtend worden we verwacht voor een duik op de USS Liberty.
Een heerlijke dag vandaag. Veel gezien en veelgeleerd. Een topdag!